Dag 9 zondag 30 maart
Het was zaterdagavond wat later geworden door een verrassings uitnodiging van Jordan Experiënce om in het Ali Baba restaurant niet ver van ons hotel te komen eten. Tot onze verbazing werden we hier verwelkomd door Jaap Heester, manager groepsreizen Wereldcontact en eigenaar Makor reizen. Hij was voor zaken in Jordanië en wist volgens ons reisschema dat wij op dat moment in Petra waren. Hij was benieuwd naar onze bevindingen in Jordanië tot nu toe. Het werd een heel gezellige avond met heerlijk eten en omdat in het restaurant geen alcohol werd geschonken besloten we dit verrassingsbezoek af te sluiten met een glaasje in een bar naast de ingang van de Siq richting Petra. Om 23.00 uur waren we terug in ons hotel.
We maakten een redelijke nachtrust, maar rond 05.30 uur werden we luidruchtig vanuit de moskee, die op een steenworp van ons hotel staat, gewekt voor het ochtendgebed. We raken hier maar niet aan gewend.
Om half negen werden we in de lobby verwelkomd door Moad, onze gids voor vandaag. Hij woont in Klein Petra en is daar opgegroeid.
In een vlot tempo en met een koud aanvoelend windje liepen we in 10 minuten de berg af richting de ingang van Petra.
We kwamen op een groot plein, waar men de laatste hand legt aan een nieuw informatiecentrum. Verder zijn hier veel souvenirwinkeltjes. Moad zei dat we flink door moesten lopen om de busladingen voor te blijven. Onderweg vertelde hij ons uitgebreid over de geschiedenis en het ontstaan van Petra.
Petra was de Griekse naam van de hoofdstad van de Nabateëers en is gelegen in een kloof in de bergen. De stad is gedeeltelijk uitgehakt in de rotsen en is slechts toegankelijk via een smal bergpad vanuit het noordwesten of vanuit het oosten door een 1216 meter lange en tot 120 meter hoge rotskloof “de Siq”. De Siq is op zijn smalste plaats slechts 2 meter breed. Via een goot in de rotswand van de Siq brachten de Nabateëers water binnen. De bloeitijd van de stad was te danken aan de handelsroute voor wierook vanuit Jemen naar Perzië, Syrië en de Griekse en Romeinse rijken.
Petra was een knooppunt voor deze handelsroutes. De belastingopbrengsten (10% van de waarde van de karavaan) maakten de heersers van Petra schatrijk. De Nabateëers hadden lange tijd een eigen koninkrijk. In 106 werd hun rijk door het Romeinse Rijk veroverd en ging het gebied deel uitmaken van de provincie Arabia. Later werd de stad de zetel van een bisdom, maar in 551 was de stad het toneel van zowel een beleg en inneming van de Byzantijnen op de Perzen als van een vernietigende aardbeving. Na die tijd werd de stad verlaten.
Aan het einde van de Siq stonden we oog in oog met Het bekendste monument in Petra, de Khazaneh (Treasury). Dit gebouw was een graftempel die werd uitgehouwen uit de rotsen in de periode van koning Aritas de vierde (tussen 9 voor Chr. en 40 na Chr.). De voorgevel, uitgevoerd in een dubbele Corinthische orde, is 43 meter hoog en 30 meter breed. Het gebouw dankt zijn naam aan de legende van de Bedoeïenen die dachten dat de graftombe het werk moest zijn geweest van de Farao van Egypte. In zijn achtervolging op Mozes en het Israëlische volk, werd hij gehinderd door het feit dat hij al zijn schatten moest meeslepen. De farao, bekend met zijn krachten van zwarte magie, bouwde toen een schatkamer en sloeg in de urn op de top van het gebouw zijn schatten op zodat hij zijn achtervolging kon inzetten. Onderzoekers hebben onlangs aangetoond dat de bouw van de Khazneh slechts drie maanden heeft geduurd wat een uitzonderlijke prestatie was voor die tijd.
De Zwitser Jean Louis Burckhardt heeft in 1812 Petra herontdekt voor de westerse wereld. Archeologische opgravingen werden opgestart in de jaren twintig van de 20e eeuw en de laatste opgravingscampagne vond plaats van 1993 tot 2002.
Vervolgens liepen we met onze gids langs de meest opvallende en mooiste gebouwen van deze oeroude stad. Onderweg kun je overal souvenirs kopen en als je het niet meer ziet zitten kun je je laten vervoeren op een paard, een dromedaris of een ezel. Deels kan dit ook met paardenkarretjes. Vooral de dromedarissen zijn rijkelijk versierd met kwasten en gekleurde zadeldekken.
Voor ons bezoek aan het grootste gebouw van Petra, het Ad-Dier klooster besloten we gebruik te maken van een muilezel. Moeiteloos beklommen de dieren de 800 treden omhoog naar het klooster. Een fantastische, maar ook enge ervaring. Wat zijn deze beesten sterk. Vooral toen ze over de smalle muurtjes omhoog liepen voelden we ons niet echt op ons gemak. Ze gaan van links naar rechts over het pad en we waren blij dat we boven waren. Het laatste stuk moesten we lopen, maar eenmaal boven keken we onze ogen uit.
Vanaf het klooster hadden we nog de keus om iets verderop vanaf een uitkijkpunt het er achter gelegen dal te bekijken op aanraden van onze gids kozen we voor de middelste van de drie uitkijkpunten. Teruglopend kwamen we alleen maar hijgende mensen tegen en daarom waren we achteraf reuze blij dat we op de heenweg deze krachtproef aan een getrainde muilezel hadden overgelaten.
In het centrum van de stad genoten we in het restaurant van een prima lunch en daarna liepen we via de resten van de Byzantijnse kerk naar de koningsgraven en de straat van de graffaçades terug naar de uitgang van Petra.
Overal probeerden ze ons hun handel te verkopen of per lastdier naar de uitgang te vervoeren. We kozen voor de benenwagen en omdat het licht nu erg mooi was konden we op de terugweg de mooiste foto's maken.
Al met al hebben we vandaag ca. 19 km afgelegd in deze onmetelijk grote oude stad.
Bij de uitgang liepen we bij toeval Jaap weer tegen het lijf. Hij stond op het punt met de bus naar Aqaba te vertrekken. We schreven nog wat kaarten naar de kleinkinderen en daarna wandelden we terug naar ons hotel.
De komende twee dagen zitten we in Wadi Rum dus zullen jullie geduld moeten hebben voor onze verdere belevenissen.
De foto's kunnen jullie zien op de Facebookpagina van Corrie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten